Metazoa’s visie op paardenvoeding / Nieuws

• Home
• Nieuws
• Metazoa’s visie op paardenvoeding

Sinds enige tijd hebben we in de webshop van Hay to You het krachtvoer van Metazoa in ons assortiment. De producten van Metazoa zijn gemaakt van zuivere en zoveel mogelijk natuurlijke ingrediënten, zonder onnodige toevoegingen.

Wij van Hay to You staan voor het beste voor jouw dieren. En daarom willen we jou als trouwe klant van Hay to You graag meenemen in de visie op paardenvoeding van Marc Janssen, oprichter van Metazoa. Op dinsdag 19 maart hield Robin Sanders een exclusief interview met Marc. Hoe is Metazoa ontstaan en hoe heeft Marc zijn kennis over evolutieleer, biologie, fysiologie, biochemie, natuurkunde, scheikunde, psychologie en natuurlijke voedselproductie vertaald naar voer en supplementen? Waarin onderscheidt Metazoa zich ten opzichte van ander krachtvoer? Natuurlijk was er ook tijd om jouw vragen te beantwoorden.

 

Tijdens het webinar zijn nog enkele vragen gesteld die niet meer beantwoord konden worden die avond. Hierbij de vragen en de antwoorden van Marc van Metazoa:

 

Vraag 1: Zitten er Vitamine E en Biotine in de balancers?

Ja deze zitten er in. Voor de gehalten kun je terecht op de website van Metazoa.

 

Vraag 2: Wordt er extra ijzer toegevoegd aan producten van Metazoa en zo ja waarom?

Er leven veel vragen omtrent het ijzergehalte in paardenvoeding. Dat is terecht. IJzer is een belangrijk spoorelement. IJzer is namelijk o.a. zeer belangrijk voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het paardenlichaam. Bij een gebrek aan (opneembaar) ijzer in de voeding zal er ijzergebrek ontstaan en dus een gebrek aan rode bloedcellen. Dat noemen we bloedarmoede met als gevolg bijvoorbeeld een sterk verminderd uithoudingsvermogen of lusteloosheid van het paard.

 

Moet er nu wel of geen ijzer in paardenvoer?

Korte antwoord: JA! Er moet ijzer in paardenvoer zitten. Dat hebben ze nodig.

 

Lange antwoord: De vorm van het ijzer bepaald de opname. Heemijzer (Fe2+ of ijzer(II) ) wordt goed opgenomen. Non-heemijzer (Fe3+ of ijzer(III) ) wordt heel slecht opgenomen. Uit bepaalde bronnen is ijzer gevaarlijk. Bron- en slootwater kunnen veel heemijzer bevatten. Dat kan een dodelijke ijzerstapeling tot gevolg hebben na jarenlang dagelijks gebruik van drinkwater met een veel te hoog ijzergehalte. Gras en luzerne kunnen veel ijzer bevatten. Dit is voornamelijk non-heemijzer. Dus heel slecht opneembaar. (meestal maar voor 1-10% opneembaar) We gaan een en ander verder toelichten. We kunnen de volgende zaken vaststellen:

1. Er is nog geen enkel onderzoek beschikbaar dat duidelijkheid geeft over de exacte ijzerbehoefte van paarden. Voorbeeld: Insulineresistentie, eczeem, OCD, hoefbevangenheid, mok en koliek zijn relatief vaak voorkomende ziektes, waardoor daar ook onderzoek naar gedaan kan worden. Voor ijzerstapeling bij paarden geldt dit niet. Weinig vastgestelde gevallen en dus nog minder onderzoek. Het feit dat er slechts sporadisch gevallen voorkomen is al een signaal dat ijzerstapeling bij paarden dus zeker geen groot probleem is.

2. We kunnen dus enkel een inschatting maken van de ijzerbehoefte. Dat gaan we dan ook doen. Er wordt algemeen aangenomen dat de behoefte minimaal ongeveer 0,8 mg ijzer per kg lichaamsgewicht is. Dit is dus minimaal ongeveer 400 mg voor een paard van 500 kg. En dan hebben we het over daadwerkelijk opneembaar ijzer.

3. Als we weer even uitgaan van een paard van 500 kg dan eet dat paard bijvoorbeeld per dag 10 kg droge stof uit gras. Als we dan even de opneembaarheid van non-heemijzer op de maximale waarde zetten van 10% (wat in de praktijk natuurlijk niet gehaald zal worden) en een ijzergehalte van 500 mg/kg (wat lekker hoog is voor gras) dan komen we op (10 kg x 500 mg/kg = 5000 mg x 10% = 500 mg ijzer per dag. Dat is ongeveer wat hij ook binnen zou moeten krijgen. Maar dan moet alles mee zitten! Dat zal in de praktijk nauwelijks voorkomen. Teveel ijzer binnen krijgen door gras of ander ruwvoer zal dus niet voorkomen!

4. Er zijn 4 gevallen uit 2015 bekend van paarden die overleden zijn aan ijzerstapeling. Die zijn onderzocht door de Universiteit Utrecht. Die paarden hadden gedurende meerdere jaren slootwater gedronken met ijzergehalten die tussen de 9 en 49 maal de maximale hoeveelheid ijzer per liter lagen. Jarenlang dagelijks minimaal 9x (tot 49x) overdoseren is dus het probleem geweest. Test dus het sloot- of grondwater en geef tot die tijd getest kraanwater.

5. Als er een muesli, brok of supplement bijgevoerd wordt dan zou het eigenlijk wenselijk zijn om te kijken naar het ijzergehalte en dan vooral naar welk ijzer het betreft. (Heemijzer of non-heemijzer). Ruwweg kun je stellen: Heemijzer wordt extra toegevoegd via de premix en non-heemijzer zit in de plantaardige grondstoffen van het voer. Dus hoeveel mg ijzer zit er per kg in? In welke vorm? Hoeveel kg geef ik daar per dag van? En dan de berekening uitvoeren. Dan weet je of je bij je paard een tekort of een overschot kan verwachten. En ik kan je nu al verzekeren dat je met voer nooit in de buurt gaat komen van 9 tot 49 maal de dagelijkse maximale dosering.

 

Vraag 3: Wat moet je doen als je paard mager wordt/ afvalt nadat je bent overgestapt op Metazoa?

Hiervoor heeft Marc meer informatie nodig. Hij moet wat meer weten over de situatie om met een goede oplossing te komen.

 

Vraag 4: Wat moet je doen als je paard te gulzig is?

Vaak heeft hij dan een tekort aan iets of bijvoorbeeld voernijd. Het voer nat maken is dan meestal de oplossing.

 

Vraag 5: Wat moet je doen wanneer je meer eiwit wil geven buiten de Esparcette maar geen luzerne wil geven?

Marc geeft aan dat de mogelijkheden dan wel heel erg beperkt worden. Het is lastig om dit op een natuurlijke manier op te lossen. Extra veel CareFit timothee is dan eigenlijk het enige wat dan nog mogelijk is.

Marc zou de analyse echter beginnen met de vraag: Welke soorten luzerne er tot nu toe zijn gevoerd? En wat zijn de verschijnselen daarbij? Daar is meestal al een patroon in te herkennen en van daaruit is een betere oplossing te zoeken.

 

Vraag 6: Willen jullie ook een ruwvoermix ontwikkelen?

Ja zeker. De naturalFit graanvrij muesli is al een mooie stap in die richting.

 

Vraag 7: Moet een paard op luzerne brok net zo goed kauwen als op luzernehooi?

Nee. Luzerne brok is gemalen luzerne hooi. Dus kauwen hoeft niet meer.

 

Vraag 8: Moet ik bij een hoogdrachtige merrie mijn rantsoen Metazoa aanpassen?

Ja, omdat het gewicht van de merrie hoger wordt en omdat ze meer mineralen en eiwitten nodig heeft. Er is immers een veulen op komst. Zelfs voordat ze hoogdrachtig is, moet je het rantsoen aanpassen en eigenlijk zelfs al voordat ze drachtig is, zodat ze direct al een goede voedingstoestand heeft. 

Je kunt meer FitRight en meer MuscleFit HP23 geven.

 

Vraag 9: Waarom heeft Metazoa nu meerdere soorten brok tov de superfit Broxx in het verleden?

De SuperFit Broxxx was er ook al in 3 varianten. Alleen hadden alle zakken dezelfde afbeelding. Dus het viel niet zo op..

 

Vraag 10: Kun je Esparcette ook gebruiken om wormen tegen te gaan?

Hierover kan Marc niets melden. Hij verwijst naar onderzoek van de WUR (Wageningen University & Research). Hij geeft aan zelf erg enthousiast te zijn over Esparcette.

 

Vraag 11: Hoe kijk je naar voordroog/ kuilgras?

Marc denkt dat met deze vraag bedoeld wordt of hij voor of tegen voordroog/kuilgras is.

Marc geeft het volgende aan: "Ik ben voor goed hooi. Vaak hebben mensen niet die keuze, dus geef ik uitleg over voordroog/kuilgras. En probeer ik ze handvaten te geven voor bewustwording over voordroog/kuilgras.

Gras kunnen we niet gewoon bewaren. De mogelijkheid om paarden 's winters te weiden zijn er meestal ook niet. We moeten dat gras na het maaien dus conserveren om het lang houdbaar te maken. Daar zijn hoofdzakelijk 2 methodes voor: Drogen of fermenteren. Drogen doen we bij hooi. Fermenteren doen we bij voordroog en kuil. Bij fermenteren is wat vocht nodig. Daarom moeten voordroog en kuil altijd meer vocht bevatten dan hooi. Is dat vocht onvoldoende aanwezig, dan komt die conservering niet goed op gang en loop je een groot risico op schimmel. Te droge voordroog is dus niet goed en te natte voordroog is dus kuil. Het exacte moment van het in folie inpakken van voordroog is dus heel belangrijk.

Onverpakt hooi droogt vaak nog wat na nadat het van het land gehaald is. Verpakt hooi en verpakte voordroog drogen niet meer na. En aan de buitenkant van een foliebaal is de juiste conservering lastig te beoordelen."